Surinaamse Javanen

Surinaamse Javanen

Op 20-maart 2022 was Surinaamse Javanen het onderwerp voor de Themazondag Bronbeek.

Nde opheffing van de slavernij in Suriname in 1863 was er een tekort aan arbeiders op de plantages. Daarom besloten plantage-eigenaren contractarbeiders te werven buiten Suriname. Omdat de meeste eigenaren een band met Nederlands-Indië hadden, kozen ze voor de ondernemingen op Java en Sumatra als voorbeeld. Daar werkten Javanen en Sumatranen als contractarbeiders of koelies. Een plantage in Suriname is dus te vergelijken met een onderneming in Nederlands-Indië.

Voor de Javanen en Sumatranen in armoedige omstandigheden was een contract als arbeider op een Surinaamse plantage een uitkomst. Daarom gaven velen gehoor aan de ronselaars. Hoewel ze eigenlijk geen idee van de afstand tussen Indië en Suriname hadden.

Contractarbeiders

Tussen 1890 en 1930 vertrokken Javanen en Sumatranen naar Suriname als contractarbeider, daarna ook als ‘vrije migranten’. Hoewel ze van verschillende eilanden uit Nederlands-Indië afkomstig waren, werden ze steevast Javanen genoemd.

De contractarbeiders kwamen tussen augustus en november 1890 met vijf verschillenden boten naar Suriname, zoals in koloniale verslagen is te lezen.

Overzicht

  • 9 augustus 1890, s.s. Prins Willem II, 44 personen; contractcode: S1-S44;
  • 2 september 1890, s.s. Oranje Nassau, 2 personen, contractcode: S45-S46;
  • 15 oktober 1890, s.s. Willem III, 45 personen, contractcode: S47-S91
  • 24 november 1890, s.s. Prins Frederik Hendrik, 2 personen, contractcode: S92-S93
  • 25 november 1890, s.s. Prins Willem I, 1 persoon, contractcode S94.

Totaal 94 contractarbeiders (62 mannen en 32 vrouwen). Ze werden geplaatst op de suikerplantage Mariënburg aan de rivier de Commewijne.

(Bron: Fons Grasveld en Klaas Breunissen, Ik ben een Javaan uit Suriname. Hilversum: Stichting Ideële Filmproducties / Amsterdam: Metz 1990.)

Deze en later ook andere Javanen hadden voorwerpen uit Indië meegenomen. Dat konden onderdelen van een gamelan zijn of voorwerpen die van riet waren gemaakt. Later gaven ze die door aan hun kinderen of kleinkinderen. Of ze leerden hen de technieken aan om deze voorwerpen te maken. En zo is er sprake van Surinaams-Javaans erfgoed.

Erfgoed

Deze en later ook andere Javanen hadden voorwerpen uit Indië meegenomen. Dat konden onderdelen van een gamelan zijn of voorwerpen die van riet waren gemaakt. Later gaven ze die door aan hun kinderen of kleinkinderen. Of ze leerden hen de technieken aan om deze voorwerpen te maken. En zo is er sprake van Surinaams-Javaans erfgoed.

surinaams-javaanse-wayang

Naar Nederland

In 1974-1975 en in latere jaren kwamen er duizenden Surinaamse Javanen naar Nederland. Ze verenigden zich in een stichting of comité. Bijvoorbeeld Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (Stichji).

Programma

Hoe verging het de Javanen in Suriname historisch en sociaal gezien? Kregen hun ervaringen en belevenissen een weerslag in de literatuur, onderzoeksverslagen of werkgroepen?

Deze en andere vragen werden op 20 maart 2022 tijdens de Themazondag Surinaamse Javanen beantwoord door Rosemarijn Hoefte, Yvette Kopijn, Michiel van Kempen en Marius Atmoredjo. Dagvoorzitter was Adrienne Zuiderweg.

Meer informatie vind je in het programma Themazondag Surinaamse Javanen.

Tijdens deze Themazondag presenteerde Marius Atmoredjo zijn dichtbundel Loslaten zullen ze nooit meer zoals ook is te lezen op Caraïbisch Uitzicht.

Dichtbundel Marius Atmoredjo

Tijdens deze Themazondag overhandigde Marius Atmoredjo op bijzondere wijze het eerste exemplaar aan Michiel van Kempen. 

Foto Marijke-Wirokarto

De dichter J.R. Basuki schreef in Surinaams-Javaans een gedicht over Javaanse contractarbeiders. De titel van zijn gedicht is ‘Kabur Kangi’. In het Nederlands vertaald als ‘Meegevoerd met de wind’. Zijn gedicht is opgenomen in Album van de Caraïbische Poëzie dat is samengesteld door Michiel van Kempen, Bert Paasman en Noraly Beyer (2022, p. 93).