Compagnies Erfgoed
Met de stichting van Batavia staan de gebouwen en de bewoners aan de basis van wat nu Compagnies Erfgoed wordt genoemd.
Eigenlijk zou je mogen zeggen dat het erfgoed van de VOC aan de basis heeft gestaan van wat Zuiderweg Erfgoed in Achtergrondinformatie en Indisch & Moluks Erfgoed beschouwt.
Compagnies Erfgoed: Batavia in vogelvlucht
De trailer van het Westfries Museum in Hoorn geeft een impressie van hoe Batavia in de stichtingsjaren vanuit de lucht eruit gezien zou hebben.
Compagnies Erfgoed: voorbeelden
Voorbeelden van het erfgoed van de Verenigde Oostindische Compagnie of Compagnies Erfgoed zijn onder andere architectuur, cartografie, meubels, voorwerpen van hout, zilver of ander materiaal. Eveneens schilder- en tekenkunst. Maar ook reisverhalen, gedichten en egodocumenten zoals brieven. De makers van dit alles waren in dienst van de VOC.
Compagnies Erfgoed: Batavia
Op 30 mei 1619 stichtte Jan Pietersz. Coen de hoofdstad van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in Oost-Indië. Voordat de VOC zich er vestigde, was de grond eigendom van pangeran of vorst Wijadjakrama (Tubagus Sungerasa Jayawikarta Wijayakrama).
Hoewel Coen zijn verovering Nieuw-Hoorn wilde noemen, naar zijn geboorteplaats, hadden de Heren Zeventien andere plannen. Deze bestuurders van de VOC vonden namelijk Batavia een toepasselijker naam. Ze vergeleken de bewoners van hun Oost-Indische hoofdstad met de vrije Batavieren die zich indertijd in Holland hadden gevestigd. Ze schreven hun besluit op 11 mei 1620 aan Jan Pietersz. Coen.
Compagnies Erfgoed: opbouw Batavia
Vrij snel na de verovering waren Chinese bouwlieden begonnen met de opbouw van Batavia. Bij gebrek aan vaderlandse arbeiders in Batavia had Coen hen aangenomen.
Eerst sloopten deze Chinese bouwvakkers de twee handelsloges die Hollandse handelaren indertijd lieten bouwen.
Om de nieuwe stad te beschermen tegen vijandelijke aanvallen, wierpen de arbeiders aarden wallen op. Die werden later vervangen muren van koraalsteen.
Compagnies Erfgoed: kasteel van Batavia
Vervolgens bouwden ze een kasteel met diverse bijgebouwen en pakhuizen. De vier bastions of bolwerken van het kasteel werden naar edelstenen vernoemd. De bolwerken naar het zuiden werden diamant en saffier genoemd en die naar het noorden parel en saffier naar het noorden. Dankzij het bastion parel dat vanaf de zee te zien was, kreeg Batavia de bijnaam ‘de parel van het Oosten’.
In het Kasteel waren de woon- en werkvertrekken van de gouverneur-generaal en de andere bestuurders, waaronder de raad van Indië en de raad van Justitie.
Compagnies Erfgoed: kanalen en straten in Batavia
Niet alleen op de oude kaarten, maar ook op de gedetailleerde huidige plattegronden is de aanleg van het oude Batavia of kota nog steeds herkenbaar aan het zeventiende-eeuwse karakteristieke schaakbordpatroon of roosterpatroon. Ook bekend als gridstructuur.
Vervolgens bouwden de Chinese arbeiders een stadsmuur met toegangspoorten. Op de oostelijke en westelijke oever van de Tjiliwoeng (Ciliwung) groeven ze grachten voor de verbetering van de waterhuishouding. Daarna legden ze straten aan. De bomen langs de grachten dienden om het zonlicht te filteren. De gekanaliseerde Tjiliwoeng kreeg de naam Grote Rivier of Kali Besar.
Op de onderstaande kaart is het noorden links gesitueerd. En vervolgens met de klok mee: het westen, zuiden en oosten. Kaarten van Batavia maken bovendien deel uit van Compagnies erfgoed.
Compagnies Erfgoed: andere gebouwen in Batavia
In de loop der tijd liet de VOC een stadhuis, kerken, ziekenhuizen, een weeshuis en een spinhuis of tuchthuis voor vrouwen bouwen.
Binnen de stadsmuren stond de Portugese Binnenkerk, en buiten de stadsmuren de Portugese Buitenkerk. In beide kerken preekten vaderlandse predikanten in het Portugees, omdat deze taal in Batavia vaker werd gesproken dan het Nederlands.
Een aantal bestuurlijke taken was ondergebracht in het stadhuis dat in het oostelijk stadsdeel was gebouwd naar voorbeeld van het Paleis op de Dam in Amsterdam. In de kelder van het stadhuis was de gevangenis.
De bewoners van het Kasteel bezochten de kerk op het kasteelterrein. Later gingen ze naar de kerk op de Tijgersgracht en de Grote Rivier, die naar voorbeeld van de Noorderkerk in Amsterdam was gebouwd. Vanwege haar vorm werd deze kerk weldra Kruiskerk genoemd.
Nog net binnen de stadsmuur stond in het zuiden van de stad het Compagnies Hospitaal. Voornamelijk bestemd voor soldaten, matrozen en ander Compageniespersoneel met venerische ziektes. De Chinese inwoners van Batavia hadden een eigen ziekenhuis op de Spinhuisgracht in het westelijk stadsdeel.
Compagnies Erfgoed: Batavia getekend
Joan Nieuhof die in Batavia heeft gewoond, tekende de belangrijkste gebouwen van de stad. Ze zijn afgedrukt in zijn boek Gedenkwaerdige Zee- en lantreizen (1682). Zoals we hierboven reeds lazen, horen reisverhalen tot het Compagnies erfgoed.
Omdat deze kerk een eeuw later in zo’n slechte staat was, moest die worden afgebroken. En daarna vervangen door de Grote Kerk.
Smeltkroes
In Batavia woonden behalve het personeel van de VOC ook Chinezen, Molukkers, Japanners, Arabieren en vrije slaven of Mardijkers. Maar ook Javanen en de voormalige bewoners van bijvoorbeeld Sumatra, Bali en Celebes (Sulawesi). Bovendien waren er ook slaven. Ook deze bewoners vormden samen het Compagnies erfgoed. Op straat klonken veel verschillende talen.
Batavia was een smeltkroes van culturen zoals te zien is op de tekening van de schilder en schrijver van reisverhalen Cornelis de Bruijn (1652-1727).
- Straatgeluiden
Compagnies Erfgoed: Andries Beeckman
Andries Beeckman (Hasselt 28 augustus 1628 doop-Amsterdam 9 augustus 1664 begraven) was schilder in Deventer. Na het overlijden van zijn vader Hendrick moest hij de erfenis van 8000 gulden met drie broers delen.
Als kind had hij in familiekring verhalen over Oost-Indië gehoord. Later van zijn oudere broers over de West Indische Compagnie. Zelf trad hij in 1652 in dienst van de VOC. Vanaf 1655 tot 1657 was hij soldaat in een van de Bataviase forten.
In zijn vrije tijd tekende Beeckman de bewoners van Batavia, zoals onderstaande Japanse bewoner.
Compagnies Erfgoed: Andries Beeckman & Joan Nieuhof
Batavia was een kleine gemeenschap en het is heel goed mogelijk dat Andries Beeckman daar hofmeester Joan Nieuhof heeft ontmoet, die evenals hij bewoners van Batavia tekende, evenals gebouwen.
Andries Beeckman: exotisch Compagnies Erfgoed
In 1658 keerde Andries Beeckman naar het vaderland terug. Zijn retourreis met de Aernhem ging met tegenslagen gepaard. Om de tijd te doden tekende hij vogels, vissen en een gezicht op Kaap de Goede Hoop. Van hem zijn 55 waterverftekeningen bewaard.
Na zijn terugkomst in Amsterdam had Beeckman veel succes met zijn tekeningen van de exotische natuur en kleurrijke bevolking. Belangstellenden kregen daarmee een indruk van Oost-Indië uit de eerste hand.
In 1652 kreeg hij de opdracht voor een schilderij van Batavia. Beeckman verdiende daarmee 240 gulden wat in die tijd het maandloon was van een VOC-medewerker in de rang van opperkoopman.
Andries Beeckman: Batavia afgebeeld
Beeckman beeldde op zijn schilderij het Kasteel, een pakhuis en andere gebouwen aan de Bataviase kust en de Kali Besar af. Hij gaf daarmee een impressie van Batavia zoals hij het kende. Het Kasteel en de pakhuizen waren natuurlijk voor de Heren Zeventien als opdrachtgevers tevens handelaren belangrijk.
Op het schilderij is het flanerende Compagniespersoneel over de pasar te zien met de bedoeling om vooral door ander bewoners gezien te worden. Dat was immers in Batavia heel belangrijk.
Bijvoorbeeld de koopman of bestuurder met zijn Indo-Europese echtgenote of inheemse njai of concubine. Zijn slaaf achter hem met de pajong of zonnescherm onderstreept nog eens zijn voorname maatschappelijke status.
Ook te zien zijn een Chinese marktkoopman, Chinese dobbelaars en gokkers, Javaanse verkoopsters met hun handelswaar.
Opvallend ook zijn de Mardijkers of vrije slaven, in gestreepte kleding. Op de andere oever is een hoge VOC-ambtenaar met zijn gevolg te paard te zien.
Beeckman signeerde zijn schilderij rechtsonder met ABeeckman fecit. Zijn schilderij hangt in het Rijksmuseum.
Andries Beeckman: Batavia gekopieerd
In of na 1688 gaf keursvorst Johann George III van Saksen een kopie van het schilderij van Beeckman. Dit schilderij hangt in het Wereldmuseum, zoals het Tropenmuseum sinds 2023 heet.
Kopiist J.J.F. deed meer dan kopiëren. Hoewel hij wel de gebouwen naschilderde, gaf hij een geheel eigen impressie van de Bataviase bevolking op de voorgrond.
Te zien zijn onder andere Chinese handelaren, Alfoeren met hun typische schilden en een voorname Arabier met zijn gevolg.
De slaaf, balancerend bovenin de palmbomen, plukt kokosnoten en gooit die naar beneden.
Vergeleken met het orgineel van Andries Beeckman is de kopie van J.J.F. van mindere kwaliteit.
Andries Beeckman: prominent Compagnies Erfgoed
Beeckmans schilderij kreeg een prominente plaats in de vergaderzaal van de Heren Zeventien in het Oost-Indisch Huis op de Damstraat in Amsterdam. Natuurlijk met de bedoeling om de belangrijke positie van Batavia voor de VOC nog eens extra te bevestigen. Dat is op onderstaande gravure van Simon Fokke uit 1771 bovendien te zien.
De gravure van Fokke is een voorbeeld van representatie van Compagnies erfgoed.
Compagnies Erfgoed: Batavia woonhuizen
De nieuwe bewoners waren verrast bij het zien van Batavia. De Oost-Indische hoofdstad leek wel op Amsterdam of een andere belangrijke stad in het vaderland. Het stadhuis en Kruiskerk waren naar Amsterdams voorbeeld gebouwd. De grachtenhuizen met trapgevels leken op vaderlandse huizen. Maar ook weer niet. De ramen waren namelijk niet van glas voorzien, maar van een rasterwerk voor de ventilatie. Ook het dak met de overhang om het zonlicht te weren, was typisch voor Batavia. Op de daken van de huizen waren typisch Chinese versieringen aangebracht.
De huizen waren merendeels door Chinese arbeiders gebouwd met het bouwmateriaal dat met de schepen van de VOC naar Batavia was overgebracht. Het bouwmateriaal en gereedschappen waren voor de stabilisatie in het ruim van deze schepen opgeslagen. Natuurlijk was er ook lokaal bouwmateriaal gebruikt. of soms geïmporteerd uit andere Oost-Indische regio’s.
De huizen waren ingericht met meubels en voorwerpen die in Batavia of elders in Oost-Indië naar vaderlands voorbeeld waren gemaakt. Wie het zich financieel kon permitteren kocht spiegels en zilveren voorwerpen. Natuurlijk met de bedoeling om zijn voorname positie in de Bataviase samenleving nog eens extra te benadrukken. Deze voorwerpen maken deel uit van het Compagnies erfgoed.
Schrijvers van reisverhalen waren onder de indruk van wat ze zoal zagen. Batavia deed volgens hen niet onder voor Amsterdam. Sterker nog, in de zeventiende eeuw ze vonden Batavia zelfs nog mooier.
Compagnies Erfgoed: Bataviase jeugd
Natuurlijk woonden er ook kinderen in Batavia. Ze zijn te zien op tekeningen en gravures. Hun vaders waren vaak Europeanen die voor de VOC werkten, hun moeders waren afkomstig van Java of een ander eiland. Maar er waren ook kinderen met Javaanse of Chinese ouders.
De kinderen zwierven op straat of vochten een robbertje met elkaar of met de leerlingen van de Chinese school op de Spinhuisgracht.
De zonen van het Compagniespersoneel gingen naar particuliere scholen en ook naar de Latijnse school op de Tijgersgracht.
De Lutherse predikant Jan Brandes tekende zijn zoon Jantje samen met Bietja, het dochtertje van huisslavin Flora. Voor hen ligt een groot vel papier of foliant met het ABC.
Compagnies Erfgoed: Batavia groeit
Aanvankelijk woonde het personeel van de VOC op het Kasteelterrein. Weldra verhuisden ze naar de ommuurde wijken ten zuiden van het Kasteel. Het personeel met de belangrijkste banen woonden het liefst op de belangrijkste gracht van Batavia, de Tijgersgracht.
Maar weldra was de ommuurde stad te klein maar ook ongezond. Daarom ontstonden er in de loop van de achttiende eeuw in het zuidwesten de wijken Weltevreden, Noordwijk, Rijswijk, Waterlooplein en Koningsplein. Waar typisch Bataviase thuynen of buitenhuizen werden gebouwd.
Verder naar het zuiden langs het Molenvliet ontstonden medio negentiende eeuw nog meer nieuwe woongebieden.
Tijdens het bestuur van gouverneur-generaal Daendels werd de Grote Kerk afgebroken. Eenzelfde lot ondergingen het Kasteel en de stadsmuur. Van de vroegere grandeur resteert nog een verzameling stenen.
Compagnies Erfgoed & Candrian Attahiyyat
De Indonsische archeoloog Candrian Attahiyyat is sinds 2011 in dienst van de provinciale overheid van DKI Jakarta. Hij heeft belangstelling voor kota Batavia en andere belangrijke locaties in het toentmalige Batavia. Hij gaat er rondkijken interviewt bewoners.
In feite treedt deze archeoloog Attahiyyat daarmee in de voetsporen van zijn voorganger F. de Haan waarover op de bladzijde Zuiderweg Erfgoed meer is te lezen.
Candrian Attahiyyat plaatst de films van zijn bezoeken op zijn YouTube kanaal.
Zo ook de gefilmde foto van de Indonesische medewerkers in 1950 van het Museum Nasional of het voormalige museum van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen.
Wellicht herken je een medewerker. Mocht dat het geval zijn, dan hoor ik dat graag van je. Je kan mij mailen of onderstaand formulier invullen en op sturen.
Van Jakarta naar Jadebotabek
Vanaf begin twintigste eeuw breidde de stad zich nog verder naar het westen, zuiden en oosten uit. Vanwege aanslibbing van de grond voor de voormalige kust kwam Batavia nog verder van zee te liggen, waardoor de stad zich ook naar het noorden kon uitbreiden.
In 1942 veranderde de naam Batavia in Jakarta en na de Japanse bezetting in Djakarta. Tegenwoordig is Jakarta zo uitgestrekt dat het bijna aan Depok, Bogor, Tangerang en Bekasi is vastgegroeid. Daarom wordt Jakarta nu ook wel Jadebotabek genoemd.