Indische eetcultuur: Aflevering 2

Indische eetcultuur: Aflevering 2

Indische eetcultuur aflevering 2 in Webdagboek begint met de geschiedenis van een aantal Bataviase boekhandelaren in de aanloop naar de publicatie van het oudst bekende kookboek in het Maleis: Kitab Masak-Masakan India. Dit Maleise kookboek markeert het begin van de Indische eetcultuur.

De gebruiksters of belangstellenden van dit Maleise kookboek waren meestal Euraziatische vrouwen op Java. Wellicht ook een enkele Europese vrouw, die het Maleis beheerste.

De meeste van de Euraziatische vrouwen woonden als njai bij een Europeaan. Ze was zijn kokkie, zorgde voor zijn huishouding en hun kinderen. Ze kookte inheemse maar ook Europese gerechten. 

De Europese vrouwen in Batavia konden in die tijd wel een Hollands kookboek kopen. Want op 21 november 1840 adverteerden in de Javasche Courant de boekverkopers Cijfveer & Knollaert op Molenvliet met het volmaakte keukenboek.

Indische eetultuur: Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid

Vermoedelijk betreft het hier het kookboek Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid dat in 1803 voor het eerst was verschenen. In 1840 verscheen de achtste en vermeerderde druk.

In dit kookboek konden de Europese lezeressen leren hoe ze het eten zuinig, gemakkelijk en smakelijk konden braden, koken, stoven, inleggen, confijten en drogen.

Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid (Amsteldam 1803)

Indische eetcultuur: Aflevering 2 - boekhandelaren in Batavia

Wie waren de Bataviase boekhandelaren Cijfveer en Knollaert bij wie in 1840 dit Nederlandse volmaakte keukenboek te koop was?

Boekhandelaar J.C. Cijfveer

Jan Cornelis Cijfveer, op 25 juli 1797 in Leiden geboren, had in zijn geboorteplaats Nederlands gestudeerd. Hij trouwde in 1805 met Maria Elisabeth van Leeuwen.

Van Jan Cijfveer is geen afbeelding bekend. Maar omdat hij voor militaire dienst was gekeurd, weten we wel zijn lichaamslengte. Namelijk 1,673 cm of 1 el, 5 voet, 1 duim en 0 streep. 

In 1837 moest hij wegens faillissement zijn boekhandel sluiten.

Cijfveer verhuisde naar Batavia waar hij zich op 1 maart 1838 vestigde. In januari 1839 opende hij op Molenvliet zijn boekhandel en leesbibliotheek.

Leesbibliotheek

Deze leesbibliotheek was op 1 juni 1835 geopend door Heinrich Ludwick Eduard Chun, de voormalige directeur van het Deutches Militair Liefhaber Theater. Zijn leesbibliotheek was gevestigd in de wijk Goenoeng Sahari. Chun combineerde het uitlenen van boeken en zijn werkzaamheden als plaatsvervangend hoofd en drukker van de Landsdrukkerij met de verkoop van roerend en onroerend goed.

Op 1 januari 1838 was Gustav Viëtor de nieuwe eigenaar van de leesbibliotheek. Maar vanwege zijn drukke handelspraktijken zette Viëtor eind dat jaar de leesbibliotheek op zeer aannemelijke voorwaarden uit de hand te koop. Zoals we net zagen had Jan Cijfveer een goed bod gedaan.

Cijfveer Oliphant & Co.

In augustus 1839 opende Cijfveer een filiaal in Semarang. Hij was daarvoor een samenwerkingsband aangegaan met Charles Oliphant, die hij nog uit Leiden kende, en met J.P. Ingerman.

Charles Agathan Guillo Oliphant

Charles Agathan Guillo Oliphant, geboren op 11 juli 1811, was zeeman en woonde sinds augustus 1839 in Semarang. Nog diezelfde maand openden Cijfveer en Oliphant in deze stad het filiaal van hun leesbibliotheek, boek- en papierwinkel.

Maar de samenwerking duurde slechts tot 1 januari 1840.

Charles Oliphant opende een winkel waarin hij onder andere levensmiddelen verkocht. Ook opende hij een eigen boekhandel en leesbibliotheek, en vanaf 1844 een drukkerij.

In juni 1848 keerde Oliphant naar Nederland terug.

J.P. Ingerman

Jan Pieter Ingerman, geboren op 3 april 1817 in Bergen op Zoom, had in september 1839 als Ingerman & Co een rijtuigenhandel in Batavia overgenomen.

Na zijn korte samenwerking met Cijfveer bleef Ingerman in Batavia wonen. In 1845 hij trouwde met Maria Elisabeth Hartevelt. Hij overleed in 1882 in Amsterdam.

Uitgever J.C. Cijfveer

Jan Cijfveer was snel ingeburgerd in de kleine literaire Bataviase wereld. Zijn jarenlange kennis en ervaring als boekhandelaar kwam hem goed van pas.

Weldra was hij benaderd door een aantal Bataviase bekende literatoren met plannen voor een almanak met bijdragen in proza en poëzie over de Indische natuur, zeden, gewoonten en geschiedenis. Het gedachte jaarboekje was bedoeld als tegenhanger van de almanak van het Bataviase gouvernement.

Cijfveer was enthousiast, maar vroeg zich af of er bijdragen zouden zijn. Maar tot zijn grote verbazing was er voldoende kopij.

Lakschmi

De redactie koos Lakschmi als titel voor haar Indische jaarboekje. Lakschmi was de naam van de Hindoeïstische godin van de vruchtbaarheid en schoonheid.

Het kaft en titelpagina van dit jaarboekje voor schrikkeljaar 1840 was ontworpen door de eerste tekenaar en lithograaf J.J. Schnell van het Korps Genietroepen.

In zijn advertentie op april 1840 in de Javasche Courant kondigde Cijfveer de publicatie van het Indische jaarboekje Lakschmi aan. Er waren 150 exemplaren gedrukt. Een los nummer kostte 4 gulden zilver.

Omdat er belangstelling voor dit jaarboekje was, nodigde de redactie in de Javasche Courant van 8 juli 1840 alle beminnaars van fraaije letteren uit om bijdragen voor het tweede nummer voor 15 augustus te sturen naar Cijfveer & Co.

In Lakschmi zijn geen teksten over de Indische eetcultuur opgenomen. Desondanks speelde het, zoals zal blijken, een rol bij de publicatie van het oudste Indische kookboek.

Indische eetcultuur: Aflevering 2: Europese levensmiddelen

In diezelfde tijd adverteerde Cijfveers voormalige compagnon Charles Oliphant in de Javasche Courant met Europese levensmiddelen die bij hem te koop waren: 

boter, kaas, hammen, rolpens, hollandsche, fransche, engelsche provisien in blik, gedroogde vruchten, vermicelle, macaroni, vruchten op brandwijn, zuren, banket, suikerwerk, enz., roode wijn op fust en in flesschen, verschillende soorten fijne en ordinaire roode en rhijnwijnen, hollandsch en engelsch bier, madera en portwijn, cognac, genéver, liqueuren, bitter, cherrij cordial, wijnazijn, salade olie enz.

Cijfveer en Knollaert

Inmiddels was Jan Cijfveer in augustus 1840 een samenwerkingsverband aangegaan met Knollaert.

Adriaan Knollaert, geboren 17 januari 1813, voer als eerste stuurman tussen eind juli 1837 en december 1839 diverse keren naar Indië.

In maart 1841 verhuisden Cijfveer en Knollaert hun leesbibliotheek, papier- en boekhandel van Molenvliet naar Rijswijk.

Maar drie maanden later overleed Cijfveer. Knollaert ontbond de firma en ging verder als Knollaert & Co.

indische eetcultuur aflevering 2
Javasche Courant 03-07-1841

Knollaert & Co.

Blijkbaar had Adriaan Knollaert toekomstplannen. Want hij adverteerde voor twee letterzetters voor zijn drukkerij.

In januari 1842 verscheen bij Knollaert het tweede nummer van het jaarboekje Lakschmi. Dat jaar gaf hij ook het Indische tijdschrift De Kopiist uit. 

Die maand maakte hij bekend dat H.F.N. Ukena zijn medefirmant was geworden. Ukena was geen boekhandelaar maar apotheker in dienst van het KNIL.

Knollaert had besloten terug te keren naar Nederland. Alle voorbereidingen waren getroffen, maar hij overleed op 17 juli 1842. Ukena ging verder als Ukena & Co.

indische eetcultuur aflevering 2
Javasche Courant 10-08-1842

H.F.N. Ukena apothekersleerling

Hendrik Fredrik Nicolaas Ukena, geboren op 23 december 1810 in Amsterdam, was naar Alkmaar verhuisd waar hij bij apotheker Hendrik Reeser inwoonde.

H.F.N. Ukena apotheker-boekhandelaar

Op 4 oktober 1836 was Ukena als apotheker 3e klasse in dienst van het KNIL naar Indië afgereisd. Hij werd vervolgens apotheker 2e klasse (1848), apotheker 1e klasse en baas van het Rijksmagazijn Geneesmiddelen in Batavia (1853).

indische eetcultuur aflevering 2
Ukena’s vertrek naar Indië (Opregte Haarlemsche Courant 11-10-1836)

Als medefirmant van Knollaert had Hendrik Ukena de drukgeschiedenis van het Indische jaarboekje Lakschmi meegemaakt. Hij wist dat Knollaert nog meer plannen had. Daarbij zou de kennis van kruiden goed van pas komen. Dat had Ukena tot een geschikte compagnon gemaakt.

Indische eetcultuur: Aflevering 2: inheemse kruiden

Hendrik Ukena was eigenlijk niet de eerste die belangstelling had voor inheemse kruiden als medicatie. Al vanaf de VOC was er hiervoor in Batavia belangstelling.

Jacobus Bontius

Bijvoorbeeld chirurgijn Jacobus Bontius of Jan de Bont (1592-1631), de geneesheer van Jan Pieterz. Coen. Bontius onderzocht in zijn vrije tijd vanuit een bootje op de Tjiliwoeng (Ciliwung) de kruidjes die op de oever groeiden.

Hij schreef een boek over geneeskunde in Indië, namelijk De medicina Indorum dat in 1642 postuum verscheen. Zijn manuscript Historiae naturalis et medicae Indiae Orientalis werd door geneesheer en botanicus Willem Piso (1611-1678) van commentaar voorzien en in 1658 gepubliceerd.

Indische eetcultuur aflevering 2
Jacob Bontius De Medicina Indorum (1642); Willem Piso Indiae Utriusque (1658)

Andere Compagniespersoneelsleden legden particuliere botanische tuinen aan. Bijvoorbeeld chirurgijn, apotheker en rector van de Latijnse school Andreas Cleyer (1634-1697/1698). Evenals Gouverneur-generaal Joannes Camphuys (1634-1695) bij zijn buitenplaats op het eiland Edam in de Bataviase baai.

Bataviaasche Apotheek

In 1746 werd de Bataviaasche Apotheek gepubliceerd. Het is een overzicht van kruiden met Latijnse namen die in een apotheek voorradig moesten zijn als  medicijn.

Indische eetcultuur aflevering 2
Bataviasche Apotheek (Batavia: Compagniesdrukker C.J. Weichberger 1746)

Hortus Medicus

Zowel Europese als Indische apothekers in Europa waren erin geslaagd om medicijnen uit de kruidjes te onttrekken.

In de Hollandse keukens werd toen al met Oost-Indische kruiden gekookt, zoals peper, nootmuskaat, kaneel en kruidnagel.

Circa 1757 werd in Batavia een hortus medicus ingericht die tot circa 1762 bleef bestaan. In deze botanische tuin groeiden inheemse kruiden. De zaden werden naar het vaderland opgestuurd. Na de oprichting van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en wetenschappen werd in 1780 een nieuwe botanische tuin aangelegd.

De Hortus heeft in de loop der tijd een ontwikkeling doorgemaakt. Begonnen als een Hortus Botanicus werd het een Horus Medicus en later een Laboratorium Physicum.

Mevrouw J.M.C. Kloppenburg-Versteeg

Later zou Jans Kloppenburg-Versteeg (1862-1948) zowel in Indië als in Nederland naam maken als kruidengeneeskundige en schrijfster van handboeken over het gebruik van kruiden bij de behandeling en genezing van ziektes.

Apotheker Ukena en inheemse kruiden

Als apotheker was Hendrik Ukena gewend aan het toepassen van specerijen als medicijn. Evenals het voorschrijvende karakter ervan, zoals ‘men neme’,  ‘gebruik’ of ‘doe’. Dergelijke aanwijzingen stonden ook in kookboeken.

In Batavia leerde hij het gebruik en de toepassing van andere Indische kruiden als medicijn kennen. Het is niet uitgesloten dat zijn kokkie, wellicht zijn huisgenote of njai, hem hierop attendeerde. Het waren immers, zoals in Indische eetcultuur: Aflevering 1 is te lezen, de inheemse vrouwen die recepten verzamelden, opschreven en het eten bereidden. Bovendien kenden ze de toepassing van inheemse kruiden als medicijn.

Toekan rempa-rempa of drogist

In tegenstelling tot de Europese inwoners kochten de Euraziaten in Batavia hun medicijnen of kruiden voor hun recepten in Kitab Masak-Masakan India bij toekan rempa-rempa, letterlijk de man die specerijen fijn wrijft, bij Chinese toko’s in de Bataviase benedenstad.

De winkeliers betrokken hun kruiden bij lokale kruidenzoekers of bij Arabische handelaren.

Voor hun waroeng stonden de manden met kruiden en binnen de duurste kruiden zoals timpaoes, saffraan, boenga lawang of steranijs etc.

Indische eetcultuur aflevering 2 Kitab masak masakan India
D. Beets, In de Chinese toko (Amsterdam J.M. Schalenkamp 1880)

Indische eetcultuur: Aflevering 2: Kitab Masak-Masakan 1843

Na het overlijden van medefirmant Knollaert combineerde Ukena vanaf augustus 1842 zijn dagelijkse werkzaamheden als KNIL-apotheker eerste klas met die van boekhandelaar en uitgever.

Blijkbaar waren de twee letterzetters die nog door Adriaan Knollaert in dienst waren genomen, druk bezig met een ander project van Knollaert dat door Ukena werd voortgezet namelijk een Maleis kookboek.

In november 1843 verscheen bij Ukena & Co. het oudst bekende Indische kookboek Kitab Masak-Masakan India.

Kitab Masak Makanan India
Kitab Masak-Masakan India (11-11-1843 Javasche Courant)

Dit kookboek heeft twee uitgebreide titels:

  • Dit kookboek had twee titels:

    • een Maleise: Kitab Masak-Masakan India, jang terseboet bagimana orang orang sadiakan segala roepa roepa makanan, maniesan, atjaran dan sambalan.

    en

    • een Nederlandse: Indisch Kookboek, bevattende de wijze waarop allerlei soorten van spijzen, confituren en ingelegde zuren worden toebereid.
indische eetcultuur_Kitab Masak Masakan India
Kitab Masak-Masakan of Indisch Kookboek (Batavia: Ukena & Co.1843)

De Nederlandse titel moest voor de belangstellenden die geen Maleis spraken, de inhoud van het boek duidelijk maken. Maar natuurlijk was het ook een knipoog naar de Bataviase bestuurders, zodat die op de hoogte waren van de inhoud van dit boek.

Voorberigt

In het twee bladzijden tellende Nederlandstalige Voorberigt leggen Ukena & Co. uit waarom zij Kitab Masak-Maskan India of Indisch Kookboek uitgaven.

Allereerst vanwege de behoefte voor een Maleis kookboek. Of zoals de uitgevers het vermeldden, omdat er een ledig vak in het gastronomisch gebied was, dat moest worden opgevuld.

De tweede reden leek goedbedoeld. Hoewel Kitab Masak-Maskan India was bestemd voor de gegoede Euraziaat leest hun motivatie tegenwoordig koloniaal bevoogdend.

om den inlander onze bedoelingen in het gereedmaken der spijzen, zoodanig aan het verstand te brengen, dat dezelve bij verschijning ter tafel, niets te wenschen overlaten; 

De uitgevers voelden zich in hun voornemen gesterkt door de  belangeloze hulp van de dames of het schoone geslacht, zoals ze hen noemden. En daarom droegen ze hun kookboek of receptenboek dankbaar op aan de schone sekse van Nederlandsch-Indië in de hoop:

dat zij door verdere bijdragen en teregtwijzigingen, bij eene mogelijke tweede uitgave het zelve tot dien trap van volmaaktheid zullen kunnen opvoeren, als waarvoor een kookboek als dit vatbaar kan worden.

Indische eetcultuur Kitab Masak Masakan India
Recepten voor lawar, een pittig gekruid vegetarisch gerecht (p. 6)

Kookboek Kitab Masak-Masakan India

Het eerste recept in dit oudste Maleise kookboek is Sop Oedang of Garnalensoep van drie grote garnalen. In die tijd blijkbaar een van de favoriete gerechten, maar eigenlijk nu nog steeds.

Inhoud Kitab Masak-Masakan India

De editie uit 1843 telt 99 pagina’s, waarvan 91 met recepten en 7 voor de daftar of inhoudsopgave.

In Kitab Masak-Masakan India worden recepten achter elkaar opgesomd. Al bladerend lijkt het erop dat bij het drukken de recepten in dezelfde volgorde uit diverse receptenschriften in het kookboek werden overgenomen. Net zolang totdat alle recepten waren gedrukt.

Dat is ook te zien in de Maleise inhoudsopgave. Daarin vind je ongeordende recepten voor soepen, Balinees lawar (pittig gekruid vegetarisch gerecht), curries, saté’s, diverse bebotok (pittig gesmoord gehakt), Portugese recepten, laksa (pittige noedelsoep), rawon (zwarte rundersoep) maar ook geurig rundvlees. En andere Indische recepten voor tahoe, kip, vis en varkensvlees. Maar ook recepten voor Hollandse gerechten zoals hutspot en pannenkoek.

Oplage Kitab Masak-Masakan India

Tot nu toe is niet bekend hoe groot de oplage was en hoeveel exemplaren van dit oudste Indische kookboek waren verkocht.

In ieder geval was dit kookboek op de belangrijkste plaatsen op Java te koop. In Batavia natuurlijk bij Ukena & Co. maar ook in de Landsdrukkerij. En bij de handelaren H. van Leeuwen in Semarang en J.R. Scherius in Soerabaja. Ukena werkte vaker met hen samen.

Kitab Masak-Maskan India kostte 5 gulden [nu € 56,17].

Indische eetcultuur: Aflevering 2: Tweede druk Kitab Masak-Makanan India ???

Het schijnt dat er nog een tweede druk van dit kookboek is verschenen. Maar dat is tot op heden niet gevonden.

Uitgever Hendrik Ukena stopt

Wellicht had Ukena genoeg van de combinatie apotheker en eigenaar van een leesbibliotheek met boekhandel. En prefereerde hij zijn lucratieve handeltjes in roerende en onroerende goederen.

Boekhandelaar G.A. de Lange

In 1845 ontmoette Ukena de uit Alkmaar afkomstige Geldolph Adriaan de Lange. Deze jongere stadsgenoot, geboren op 3 mei 1824, was in 1845 als adelborst eerste klas naar Batavia gekomen. Hij was aangesteld bij de Oost-Indische Geographische Dienst.

De Lange nam op 6 september 1845 de leesbibliotheek, boek- en papierhandel van Ukena over. Hij noemde zich Lange & Co.

Blijkbaar had hij ook de kopij maar niet zetsel van Kitab Masak-Masakan India van Ukena aangekocht.

Kitab Masak Makanan India

Indische eetcultuur: Aflevering 2: Kitab Masak-Masakan 1845

Kort nadat G.A. de Lange zijn winkel en uitgeverij had geopend, verscheen bij hem de derde druk van Kitab Makan-Maksakan

Indische eetcultuur Kitab Masak Masakan India
Kitab Makan Masakan Indisch kookboek, derde veel vermeerderde en verbeterde druk (Batavia Lange & Co. 1845)

De prijs van de nieuwe druk van Kitab Masak-Maskan India bleef met 5 gulden ongewijzigd. Ondanks het feit dat deze druk opnieuw was gezet. Blijkbaar waren de drukkosten en het papier bij de verkoop inbegrepen.

Indische eetcultuur Kitab Masak Makanan India
Links 1843 - rechts 1845

Voorts zijn er nog andere verschillen tussen de beide uitgaven.

Bijvoorbeeld het ontbreken van het Nederlandse voorwoord in de druk van 1845.

Evenals de plaats van de inhoudsopgave. In de druk van 1843 staat die achterin het boek, maar voorin in die van 1845. Bovendien staan hier de namen van de recepten op alfabetische volgorde.

Soms zijn de namen van de recepten gecorrigeerd. Bijvoorbeeld Ajam Besek in Ajam Besenek, Goela Boontjes in Goelei Boonjes, Doojan in Thoojang, Kotelt in Kottelet, Sojoer in Sajoer en Selong in Ceijlon.

Indische eetcultuur Kitab Masak Makanan India

De belofte op het kaft voor een veel vermeerderde en verbeterde druk wordt bij het tellen van het aantal recepten inderdaad waargemaakt.

Telde de editie van 1843 nog 91 recepten, in die van 1845 zijn 27 nieuwe recepten afgedrukt. Ze worden achterin het kookboek in Tamahat of Supplement vermeld. Het zijn diverse streekgerechten of varianten op bestaande gerechten.

Na 1845 zijn er bij Lange & Co. geen nieuwe uitgaven van Kitab Masak-Maskan India verschenen. Maar dat had, zoals we zien in Indische eetcultuur: Aflevering 3 een andere reden.

Kookboekeigenaar

Natuurlijk wil je weten wie Kitab Masak-Maskan India had. In een bibliotheek exemplaar van de uitgave van 1845 is dit te achterhalen.

De naam van de laatste eigenaar is helaas niet bekend, maar wel wie de vorige eigenaar was. In dit exemplaar is een etiket geplakt met de woorden Ex legato viri doctissimi H. Neubronner van der Tuuk 1894 geplakt.

Verondersteld mag worden dat de taalkundige Hermann Neubronner van der Tuuk (1824-1894) een exemplaar van Kitab Masak Masakan India van 1845 in zijn bibliotheek had staan.

Op 14 februari 1885 liet Van der Tuuk testamentair vastleggen dat hij zijn gehele bibliotheek aan de bibliotheek van de Rijksuniversiteit in Leiden zou legateren. Het exemplaar waarin het etiket is geplakt, is eigendom van de Leidse universiteit.

Of Van der Tuuk zijn kookboek heeft gebruikt, vermeldt de geschiedenis niet. Dat zijn exemplaar strak in de band was gebonden, geeft te denken.

Indische eetcultuur Kitab Masak Makanan India

Indische eetcultuur: Aflevering 2: Tot slot

In de opmaat naar het oudste Indische kookboek Kitab Masakan-Makanan is er aandacht voor Indische boekhandelaren, uitgevers en eigenaren van leesbibliotheken. Waarom?

De boekhandel in de negentiende eeuw in Nederland en Indië verschilde met de huidige boekhandel. De Nederlandse en Indische boekhandelaren verkochten boeken, kranten en schrijfbenodigdheden, en bemiddelden ook in het verhuren van woningen, de verkoop van roerende en onroerende goederen en de plaatsing van advertenties in de krant.

De eerste Indische boekhandelaren waren bij hun compagnon in de leer en combineerden het boekenvak met een andere baan.

Drie jaar na de opening van de oudste leesbibliotheek van Heinrich Chun vestigde de voormalige Leidse boekhandelaar, drukker en eigenaar Jan Cijfveer zich in 1838 in Batavia. Uiteindelijk werd hij eigenaar van Chuns leesbibliotheek.

Cijferveer kocht boekenverzamelingen op. Hij zette exemplaren in zijn leesbibliotheek of boekhandel. Ook organiseerde hij ’s avonds venduties voor zijn woning op Molenvliet en later op Rijswijk. Hij drukte een catalogus voor zijn bibliotheek en een Indische almanak. Hij werkte samen met compagnon en leerling Adriaan Knollaert. Het leek Jan Cijfveer voor de wind te gaan, maar hij overleed drie jaar na zijn komst naar Batavia, in 1841. Zijn gezondheid was niet tegen het Bataviase klimaat opgewassen.

Indische eetcultuur aflevering 2
Links Molenvliet, rechts Rijswijk (Woodbury & Page voor 1880)

Kookboek

Dankzij een advertentie van Cijfveer en Knollaert in november 1840 voor het volmaakte keukenboek weten we dat er belangstelling voor kookboeken was. Maar helaas weten we niet welk keukenboek werd bedoeld. Wellicht wel in Nederland bekende Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid.

Twee jaar na het overlijden van Cijfveer verscheen het oudste in Batavia gedrukte kookboek. Vermoedelijk was het gedrukt op de drukpers van Cijfveer, mogelijk door de letterzetters die door Knollaert in dienst waren genomen. Kitab Masak-Masakan verscheen in 1843 onder supervisie van Hendrik Ukena, de opvolger van Knollaert.

Toen in 1845 Ukena’s opvolger Lange & Co. de derde druk van Kitab Masak-Masakan uitgaf, was het genre Indisch kookboek een feit. Dat is te lezen de volgende afleveringen van Indische eetcultuur.

Indische eetcultuur: Aflevering 2: Bronnen

  • Florijn, P.J. Florijn. ‘Geschiedenis van de eerste Hortus Medicus in Indië’. In: Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek, 8 (1985) 4, p. 209-221.
  • Haan, F. de. Oud Batavia. Gedenkboek uitgegeven door het Bataviaasch Genootschap van Kunsten wetenschappen naar aanleiding van het driehonderdjarig bestaan der stad in 1919. 3 delen en een platenalbum. Batavia: Kolff 1922-1923.
  • Kriel, S.C., J.E. Muller en J.C. Smellentin. Bataviasche apotheek. Waarin begreepen zyn zodanige enkelde en gecomponeerde geneesmiddelen als ’er in de hospitaals en stads apotheek zullen bewaart worden. Batavia: C.J. Weichberger 1746.
  • Nieuwenhuys, Rob. Hermann Neubronner van der Tuuk. De pen in gal gedoopt. Een keuze uit brieven en documenten. 2e herziene druk. Amsterdam: EM . Querido 1972.
  • Vorderman, A.G. Javaansche geneesmiddelen (1). Batavia: E.W. Trip 1894.
  • Willebrands, Marleen. De verstandige kok. De rijke keuken van de gouden eeuw. Tekstuitgave van het enige gedrukte Noord-Nederlandse kookboek uit de zeventiende eeuw. Bussum: Pereboom 2006