efgoed-heeft-toekomst-logo-zuiderweg-erfgoed
Indische eetcultuur deel 2

Indische eetcultuur deel 2

Indische eetcultuur deel 2 in Webdagboek begint met de geschiedenis van een aantal Bataviase uitgevers en  boekhandelaren en uitgevers in de aanloop naar de publicatie van het oudst bekende kookboek in het Maleis: Kitab Masak-Masakan India. Dit Maleise kookboek markeert het begin van de Indische eetcultuur.

Indische eetcultuur deel 2: Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid

De Europese vrouwen in Batavia konden in 1840 een Hollands kookboek kopen. De boekhandelaren Cijfveer en Knollaert adverteerden met het volmaakte keukenboek op 18 november in de Javasche Courant.

indische-eetcultuur-deel-2-indisch-kookboek
18 november 1840 Javasche Courant

Vermoedelijk betreft het hier het kookboek Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid dat in 1803 voor het eerst was verschenen. In 1840 verscheen de achtste en vermeerderde druk.

In dit kookboek konden de Europese lezeressen leren hoe ze gerechten zuinig, gemakkelijk en smakelijk konden braden, koken, stoven, inleggen, confijten en drogen.

indische_kookboek
Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid (Amsteldam 1803)

Indische eetcultuur deel 2: boekhandelaren in Batavia

Wie waren de Bataviase boekhandelaren Cijfveer en Knollaert bij wie in 1840 Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid te koop was?

Boekhandelaar J.C. Cijfveer

Jan Cornelis Cijfveer, op 25 juli 1797 in Leiden geboren, had in zijn geboorteplaats Nederlands gestudeerd. Hij trouwde in 1805 met Maria Elisabeth van Leeuwen.

Van Jan Cijfveer is geen afbeelding bekend. Maar omdat hij voor militaire dienst was gekeurd, weten we wel zijn lichaamslengte. Namelijk 1,673 cm of 1 el, 5 voet, 1 duim en 0 streep.

In 1837 moest hij wegens faillissement zijn boekhandel sluiten.

Cijfveer verhuisde naar Batavia waar hij zich op 1 maart 1838 vestigde. In januari 1839 opende hij op Molenvliet zijn boekhandel en leesbibliotheek.

Leesbibliotheek

Deze leesbibliotheek was op 1 juni 1835 geopend door Heinrich Ludwick Eduard Chun, de voormalige directeur van het Deutches Militair Liefhaber Theater. Zijn leesbibliotheek was gevestigd in de wijk Goenoeng Sahari. Chun combineerde het uitlenen van boeken en zijn werkzaamheden als plaatsvervangend hoofd en drukker van de Landsdrukkerij met de verkoop van roerend en onroerend goed.

Op 1 januari 1838 was Gustav Viëtor de nieuwe eigenaar van de leesbibliotheek. Maar vanwege zijn drukke handelspraktijken zette Viëtor eind dat jaar de leesbibliotheek op zeer aannemelijke voorwaarden uit de hand te koop. Zoals we net zagen had Jan Cijfveer een goed bod gedaan.

Cijfveer Oliphant & Co.

In augustus 1839 opende Cijfveer een filiaal in Semarang. Hij was daarvoor een samenwerkingsband aangegaan met Charles Oliphant, die hij nog uit Leiden kende, en met J.P. Ingerman.

Charles Agathan Guillo Oliphant

Charles Agathan Guillo Oliphant, geboren op 11 juli 1811, was zeeman en woonde sinds augustus 1839 in Semarang. Nog diezelfde maand openden Cijfveer en Oliphant in deze stad het filiaal van hun leesbibliotheek, boek- en papierwinkel.

Maar de samenwerking duurde slechts tot 1 januari 1840.

Charles Oliphant opende een winkel waarin hij onder andere levensmiddelen verkocht. Ook opende hij een eigen boekhandel en leesbibliotheek, en vanaf 1844 een drukkerij.

In juni 1848 keerde Oliphant naar Nederland terug.

J.P. Ingerman

Jan Pieter Ingerman, geboren op 3 april 1817 in Bergen op Zoom, had in september 1839 als Ingerman & Co een rijtuigenhandel in Batavia overgenomen.

Na zijn korte samenwerking met Cijfveer bleef Ingerman in Batavia wonen. In 1845 hij trouwde met Maria Elisabeth Hartevelt. Hij overleed in 1882 in Amsterdam.

Uitgever J.C. Cijfveer

Jan Cijfveer was snel ingeburgerd in de kleine literaire Bataviase wereld. Zijn jarenlange kennis en ervaring als boekhandelaar kwam hem goed van pas.

Weldra was hij benaderd door een aantal Bataviase bekende literatoren met plannen voor een almanak met bijdragen in proza en poëzie over de Indische natuur, zeden, gewoonten en geschiedenis. Het gedachte jaarboekje was bedoeld als tegenhanger van de almanak van het Bataviase gouvernement.

Cijfveer was enthousiast, maar vroeg zich af of er bijdragen zouden zijn. Maar tot zijn grote verbazing was er voldoende kopij.

Lakschmi

De redactie koos Lakschmi als titel voor haar Indische jaarboekje. Lakschmi was de naam van de Hindoeïstische godin van de vruchtbaarheid en schoonheid.

Het kaft en titelpagina van dit jaarboekje voor schrikkeljaar 1840 was ontworpen door de eerste tekenaar en lithograaf J.J. Schnell van het Korps Genietroepen.

In zijn advertentie op 1 april 1840 in de Javasche Courant kondigde Cijfveer de publicatie van het Indische jaarboekje Lakschmi aan. Er waren 150 exemplaren gedrukt. Een los nummer kostte 4 gulden zilver.

Omdat er belangstelling voor dit jaarboekje was, nodigde de redactie in de Javasche Courant van 8 juli 1840 alle beminnaars van fraaije letteren uit om bijdragen voor het tweede nummer voor 15 augustus te sturen naar Cijfveer & Co.

In Lakschmi zijn geen teksten over de Indische eetcultuur opgenomen. Desondanks speelde het, zoals zal blijken, een rol bij de publicatie van het oudste Indische kookboek.

Europese levensmiddelen

In diezelfde tijd adverteerde Cijfveers voormalige compagnon Charles Oliphant in de Javasche Courant met Europese levensmiddelen die bij hem te koop waren:

boter, kaas, hammen, rolpens, hollandsche, fransche, engelsche provisien in blik, gedroogde vruchten, vermicelle, macaroni, vruchten op brandwijn, zuren, banket, suikerwerk, enz., roode wijn op fust en in flesschen, verschillende soorten fijne en ordinaire roode en rhijnwijnen, hollandsch en engelsch bier, madera en portwijn, cognac, genéver, liqueuren, bitter, cherrij cordial, wijnazijn, salade olie enz.

Uitgevers Cijfveer en Knollaert

Inmiddels was Jan Cijfveer in augustus 1840 een samenwerkingsverband aangegaan met Knollaert.

Adriaan Knollaert, geboren 17 januari 1813, voer als eerste stuurman tussen eind juli 1837 en december 1839 diverse keren naar Indië.

In maart 1841 verhuisden Cijfveer en Knollaert hun leesbibliotheek, papier- en boekhandel van Molenvliet naar Rijswijk.

Maar drie maanden later overleed Cijfveer. Knollaert ontbond de firma en ging verder als Knollaert & Co.

indische_eetcultuur_deel_2-indisch-kookboek
Javasche Courant 03-07-1841

Knollaert & Co.

Blijkbaar had Adriaan Knollaert toekomstplannen. Want hij adverteerde voor twee letterzetters voor zijn drukkerij.

In januari 1842 verscheen bij Knollaert het tweede nummer van het jaarboekje Lakschmi. Dat jaar gaf hij ook het Indische tijdschrift De Kopiist uit.

Die maand maakte hij bekend dat H.F.N. Ukena zijn medefirmant was geworden. Ukena was geen boekhandelaar maar apotheker in dienst van het KNIL.

Knollaert had besloten terug te keren naar Nederland. Alle voorbereidingen waren getroffen, maar hij overleed op 17 juli 1842. Ukena ging verder als Ukena & Co.

indische_eetcultuur_deel-2
Javasche Courant 10-08-1842

Uitgever H.F.N. Ukena

Apothekersleerling Ukena

Hendrik Fredrik Nicolaas Ukena, geboren op 23 december 1810 in Amsterdam, was naar Alkmaar verhuisd waar hij bij apotheker Hendrik Reeser inwoonde.

Apotheker-boekhandelaar Ukena

Op 4 oktober 1836 was Ukena als apotheker 3e klasse in dienst van het KNIL naar Indië afgereisd. Hij werd vervolgens apotheker 2e klasse (1848), apotheker 1e klasse en baas van het Rijksmagazijn Geneesmiddelen in Batavia (1853).

indische_eetcultuur_deel_2
Ukena’s vertrek naar Indië (Opregte Haarlemsche Courant 11-10-1836)

Als medefirmant van Knollaert had Hendrik Ukena de drukgeschiedenis van het Indische jaarboekje Lakschmi meegemaakt. Hij wist dat Knollaert nog meer plannen had. Daarbij zou de kennis van kruiden goed van pas komen. Dat had Ukena tot een geschikte compagnon gemaakt.

Indische eetcultuur deel 2: inheemse kruiden

Al vanaf de VOC was er in Batavia belangstelling voor inheemse kruiden.

Chirurgijn Jacobus Bontius of Jan de Bont (1592-1631), de geneesheer van Jan Pieterz. Coen., onderzocht vanuit een bootje op de Tjiliwoeng (Ciliwung) de kruidjes die op de oever groeiden. Hij publiceerde De medicina Indorum dat in 1642 postuum verscheen. Zijn manuscript Historiae naturalis et medicae Indiae Orientalis werd door geneesheer en botanicus Willem Piso (1611-1678) van commentaar voorzien en in 1658 gepubliceerd.

Andere Compagniespersoneelsleden legden particuliere botanische tuinen aan. Bijvoorbeeld chirurgijn, apotheker en rector van de Latijnse school Andreas Cleyer (1634-1697/1698). Gouverneur-generaal Joannes Camphuys (1634-1695) bij zijn buitenplaats op het eiland Edam in de Bataviase baai.

In 1746 werd de Bataviaasche Apotheek gepubliceerd. Het is een overzicht van kruiden met Latijnse namen die in een apotheek voorradig moesten zijn als  medicijn.

indische-kookboek
Bataviasche Apotheek (Batavia: Compagniesdrukker C.J. Weichberger 1746)

Circa 1757 werd in Batavia een hortus medicus ingericht die tot circa 1762 bleef bestaan. In deze botanische tuin groeiden inheemse kruiden. De zaden werden naar het vaderland opgestuurd. Na de oprichting van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en wetenschappen werd in 1780 een nieuwe botanische tuin aangelegd.

Apotheker Ukena en inheemse kruiden

Als apotheker was Hendrik Ukena gewend aan het toepassen van specerijen als medicijn. Evenals het voorschrijvende karakter ervan, zoals ‘men neme’,  ‘gebruik’ of ‘doe’. Dergelijke aanwijzingen stonden ook in kookboeken.

In Batavia leerde hij het gebruik en de toepassing van andere Indische kruiden als medicijn kennen. Het is niet uitgesloten dat zijn kokkie, wellicht zijn huisgenote of njai, hem hierop attendeerde. Het waren immers, zoals in Indische eetcultuur: Aflevering 1 is te lezen, de inheemse vrouwen die kookrecepten verzamelden, opschreven en het eten bereidden. Bovendien kenden ze de toepassing van inheemse kruiden als medicijn.

Toekan rempa-rempa of drogist

In tegenstelling tot de Europese inwoners kochten de Euraziaten in Batavia hun medicijnen of kruiden voor hun recepten in Kitab Masak-Masakan India bij toekan rempa-rempa, letterlijk de man die specerijen fijn wrijft, bij Chinese toko’s in de Bataviase benedenstad.

De winkeliers betrokken hun kruiden bij lokale kruidenzoekers of bij Arabische handelaren.

Voor hun waroeng stonden de manden met kruiden en binnen de duurste kruiden zoals timpaoes, saffraan, boenga lawang of steranijs etc.

indische_eetcultuur_deel_2
D. Beets, In de Chinese toko (Amsterdam J.M. Schalenkamp 1880)

Uitgever Hendrik Ukena stopt

Wellicht had Ukena genoeg van de combinatie apotheker en eigenaar van een leesbibliotheek met boekhandel. En prefereerde hij zijn lucratieve handeltjes in roerende en onroerende goederen. Meer over Hendrik Ukena lees je in de blog Indische eetcultuur deel 3.

Indische eetcultuur deel 2: Tot slot

In de opmaat naar het oudste Indische kookboek Kitab Masakan-Makanan waarover je meer leest in het Indische eetcultuur deel 3 is er aandacht voor Indische boekhandelaren, uitgevers en eigenaren van leesbibliotheken. Waarom?

De boekhandel in de negentiende eeuw in Nederland en Indië verschilde met de huidige boekhandel. De Nederlandse en Indische boekhandelaren verkochten boeken, kranten en schrijfbenodigdheden. Ze bemiddelden in het verhuren van woningen, de verkoop van roerende en onroerende goederen en de plaatsing van advertenties in de krant.

De eerste Indische boekhandelaren waren bij hun compagnon in de leer en combineerden het boekenvak met een andere baan.

Drie jaar na de opening van de oudste leesbibliotheek van Heinrich Chun vestigde de voormalige Leidse boekhandelaar, drukker en eigenaar Jan Cijfveer zich in 1838 in Batavia. Uiteindelijk werd hij eigenaar van Chuns leesbibliotheek.

Cijferveer kocht partijen boeken op. Hij zette die in zijn leesbibliotheek of boekhandel. Ook organiseerde hij ’s avonds venduties voor zijn woning op Molenvliet en later op Rijswijk. Hij drukte een catalogus voor zijn bibliotheek en een Indische almanak. Hij werkte samen met compagnon en leerling Adriaan Knollaert. Het leek Jan Cijfveer voor de wind te gaan, maar hij overleed drie jaar na zijn komst naar Batavia, in 1841. Zijn gezondheid was niet tegen het Bataviase klimaat opgewassen.

indische-eetcultuur-deel-2-indisch-kookboek
Links Molenvliet, rechts Rijswijk (Woodbury & Page voor 1880)

Indische eetcultuur deel 2: Bronnen

  • Florijn, P.J. Florijn. ‘Geschiedenis van de eerste Hortus Medicus in Indië’. In: Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek, 8 (1985) 4, p. 209-221.
  • Haan, F. de. Oud Batavia. Gedenkboek uitgegeven door het Bataviaasch Genootschap van Kunsten wetenschappen naar aanleiding van het driehonderdjarig bestaan der stad in 1919. 3 delen en een platenalbum. Batavia: Kolff 1922-1923.
  • Kriel, S.C., J.E. Muller en J.C. Smellentin. Bataviasche apotheek. Waarin begreepen zyn zodanige enkelde en gecomponeerde geneesmiddelen als ’er in de hospitaals en stads apotheek zullen bewaart worden. Batavia: C.J. Weichberger 1746.
  • Lisa Kuitert. Met een drukpers de oceaan over. Koloniale boekcultuur in Nederlands-Indië 1816-1920. Amsterdam: Prometeus 2020.
  • Nieuwenhuys, Rob. Hermann Neubronner van der Tuuk. De pen in gal gedoopt. Een keuze uit brieven en documenten. 2e herziene druk. Amsterdam: EM . Querido 1972.
  • Vorderman, A.G. Javaansche geneesmiddelen (1). Batavia: E.W. Trip 1894.
  • Willebrands, Marleen. De verstandige kok. De rijke keuken van de gouden eeuw. Tekstuitgave van het enige gedrukte Noord-Nederlandse kookboek uit de zeventiende eeuw. Bussum: Pereboom 2006.