Indisch & Moluks in Apeldoorn

Indisch & Moluks in Apeldoorn

Apeldoorn heeft een Indische en Molukse geschiedenis. Daarom op deze bladzijde aandacht voor Indisch & Moluks in Apeldoorn. Deze stad op de Veluwe heeft een oudere band de Indische gemeenschap. Vandaar eerst aandacht voor Indische en daarna voor de Molukse gemeenschap. 

Indisch in Apeldoorn

In de loop van de negentiende eeuw brachten Indische Nederlanders hun verlof in Den Haag of Apeldoorn door. Ze werden ook wel verlofgangers genoemd. Den Haag bood hen theaterbezoek, vermaak en pootje baden in zee op Scheveningen. Apeldoorn echter ging prat op haar natuur en een paleis. Namelijk kozen de Oranjegezinde Indische verlofgangers tijdens hun verlof het liefst voor een pension zo dicht mogelijk bij Paleis Het Loo.

Deze Indisch gasten gaven daarmee gehoor aan de advertenties van de gemeente Apeldoorn die trots was op haar koninklijk paleis en het droge en gezonde klimaat dé – aangewezen plaats voor opvoeding van Indische kinderen  –  zoals is te lezen in haar advertentie in Apeldoorn en omstreken uit 1896. Deze stadsgids was een gratis uitgave van de Vereeniging tot veraangenaming van het verblijf in Apeldoorn, zoals vroeger de VVV heette.

stadsgids-van-apeldoorn-en-omstreken
Stadsgids van Apeldoorn en omstreken (Erica 1896)

Maar ook aan de advertenties van Apeldoornse winkeliers en eigenaren van hotels en pensions in de Indische kranten en tijdschriften. Enkele Apeldoornse ondernemers adverteerden in met de slogan Breng uw verlof door in de stad in het groen. Dat sprak menig verlofganger die de Indische overweldigende natuur gewend was, wel aan.

Maar voor de koningsgezinden was natuurlijk Paleis Het Loo aan het einde van de Loolaan juist de reden om voor Apeldoorn te kiezen. Bovendien konden ze bij de winkeliers op de Dorpstraat of Hoofdstraat de laatste Parijse mode aanschaffen.

De eigenaresse van pension Aurora, de weduwe Rowehl-Logger, prees op 12 mei 1914 in De Preanger Bode haar pension aan dat in een parkachtige omgeving stond. De kamers waren geschikt als zomer- en winterverblijf. Haar gasten konden met de tram naar de winkels.

Indische krant advertentie wonen in Apeldoorn

Verlofgangers of Indisch gasten

Of  de Indisch gasten, zoals de verlofgangers ook wel werden genoemd, konden Paleis Het Loo bezoeken voor een rondleiding. Ze konden ook een wandeling in het paleispark of Kroondomein maken of flaneren. Want evenals in Indië vond de Indische wandelaar het ook in Apeldoorn belangrijk om vooral gezien te worden.

Pension Aurora Apeldoorn

De Indisch gasten, zoals voormalige bewoners van Nederlands-Indië werden genoemd, gingen ze in de nieuwe wijk De Parken wonen. Ze lieten er villa’s bouwen met veranda’s en serres. Hun huizen waren een combinatie van Hollandse en Indische architectuur. De eigenaren die in Indië waren geweest, waren trots op hun Indische verzamelingen. Hun Indische gasten waanden zich bij hen meteen weer in Indië.

villa-casa-blanca-apeldoorn
Villa Casa Bianca (Foto Frederik Erens)

Apeldoorn werd de tweede Indische stad van Nederland voor de beter gesitueerden

Indisch Apeldoorn geknipt & geplakt

De voorzitter van de Stichting Indisch Erfgoed Ralph Kneefel beschikt over veel beeldmateriaal.

apeldoorn-indisch
Ralph Kneefel de Stentor 14 augustus 2006 (Foto Maarten Sprangh)

Repatrianten in Apeldoorn

Na de Japanse bezetting ontvluchtten vele Nederlanders, Indische-Nederlanders en Indo-Europeanen de Republik Indonesia, zoals Indië toen al heette. De meeste van hen kozen voor Nederland. 

Uiteindelijk moesten zo’n 32.000 personen in Nederland worden ondergebracht. Een enkeling kon bij familie wonen. Anderen huurden een kamer bij particulieren. Maar de meesten woonden tijdelijk in pensions, hotels of woonoorden. Zo ook in de provincie Gelderland, in Apeldoorn en omgeving.

advertentie-gerepatrieerden
Nieuwe Apeldoornse Courant 20 september 1950

Ze konden in Apeldoorn ook in aanmerking komen voor een woning die door de Stichting Pelita was gebouwd. De eerste bewoonster heette Lies Kruijsdijk-Boon. Ze was de zuster van Jan Boon alias Tjalie Robinson Tjalie Robinson die het Indische tijdschrift Tong Tong had opgericht. Het tijdschrift Gelderland in Woord en Beeld portretteerde haar op 4 september 1948: 

Zij is jong, tenger Indisch vrouwtje en haar verhaal is even triest als dat van vele haarer lotgenoten.

pelita-huizen-apeldoorn-achtergrondinformatie
Foto Frederik Erens

Teuge nabij Apeldoorn

In oktober 1950 vond het Nederlandse kabinet het voormalige Duitse kamp in Teuge geschikt als huisvesting voor de repatrianten. Er stonden vijftien barakken verspreid over het uitgestrekte terrein van het gelijknamige vliegveld. De overheid vond dat burgers die er toen woonden, maar plaats moesten maken voor de repatrianten.

indische-en-molukkers-teuge
Ambonstraat (Foto Fliegerhorsten in Nederland)

De regering meende tevens dat deze repatrianten weinig tot niets van de Nederlandse leefwijze wisten. Ze hadden immers in Indië gewoond. Daarom werd de Rijksdienst voor Uitvoering van Werken (D.U.W.) ingeschakeld. Die moest voor de huisvesting van de repatrianten zorgen. Omdat de aanduiding ‘kamp’ een negatieve betekenis had, werd gekozen voor woonoord.

Indische repatrianten in Teuge

De Apeldoornsche Courant schonk op 5 oktober 1950 aandacht aan de komst van de Indische repatrianten, en kopte:

TEUGE: tehuis voor gerepatrieerden. Het is er goed, maar de buitenwacht is vaak lastig.

De speciale verslaggever van de krant bedoelde met de toevoeging dat er sommige  Nederlanders ervan profiteerden dat de repatrianten niet altijd op de hoogte waren van de Nederlandse normen en waarden. Daarom was besloten dat niet iedereen toegang tot het woonoord had.

De journalist vergeleek het woonoord Teuge met een woonhuis waar indringers niet waren toegestaan en zich daarom schuldig maakten aan huisvredebreuk.

Kort gezegd: van binnen naar buiten vrij, van buiten naar binnen gesloten. En wie kennis heeft genomen van het optreden van sommige opdringerige lieden, zal deze maatregel billijken. De K.N.I.L.-militairen zijn met hun gezinnen niet naar Nederland gekomen om door Nederlander te worden uitgebeend.

Uiteindelijk werden 65 gezinnen in het woonoord Teuge gehuisvest.

Indische repatrianten maken plaats

Maar een jaar later werd besloten dat de repatrianten op hun beurt plaats moesten maken voor 400 Molukse soldaten van het KNIL met hun gezinnen. Onder protest verhuisde het merendeel van de repatrianten naar contractpensions van de Dienst Maatschappelijke Zorg van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Gelderland. Een klein aantal kreeg een woning toegewezen in een van omringende gemeenten.

Indische repatrianten & Paleis Het Loo

Op voorstel van Marga Klompé, die sinds 1956 minister van Maatschappelijk werk was, stelde prinses Wilhelmina in 1958 een vleugel van haar Paleis Het Loo ter beschikking.

indische nederlanders paleis het loo
Foto Harry Pot 10 februari 1958 (Nationaal Archief)

Op dat moment woonde de zwangere Miriam Weinsteiner met haar dochtertje in Haarlem. Maar haar echtgenoot werkte in Apeldoorn. Die vond de afstand te groot om iedere dag op en neer te reizen. Daarom plaatste hij een opvallende advertentie in de Nieuwe Apeldoornsche Courant. Zijn tweejarig dochtertje wilde ook ’s avonds door haar vader naar bed gebracht worden. Zijn advertentie kwam onder de aandacht van prinses Wilhelmina.

En zo was er ook voor het gezin van Miriam Weinsteiner woonruimte op Paleis Het Loo. Ze was prinses Wilhelmina daarvoor eeuwig dankbaar. Hetty Naaijkes-Retel Helmrich interviewde Miriam Weinsteiner voor de docufilm Contractpensions. Djangan Loepah!.

Tentoonstelling Indische & Molukse repatrianten in Apeldoorn

Van 27 januari tot en met 18 maart 1990 was in het toenmalig Historisch Museum Marialust op het gelijknamige landgoed in Apeldoorn de tentoonstelling Sporen van een koloniaal verleden te zien. De nadruk van deze tentoonstelling ligt op de opvang van de Indische en Molukse repatrianten in Apeldoorn.

tentoonstellingscatalogus indisch in apeldoornthuisdoorgeven
Historisch Museum Marialust. Sporen van een koloniaal verleden. De komst van Indische Nederlanders naar Nederland (particulier eigendom)

Als voorzitter van de Stichting Apeldoornse Evenementen (SEA) organiseerde Ton Bos diverse culturele evenementen, zoals Gedichten in de stad, Jazz in the Woods en het Tempo Doeloe Festival voor de Indische en Molukse gemeenschap.

Ton Bos was docent van de toenmalige HBS (nu KSG) had Ton Bos in de jaren vijftig veel leerlingen met een Indische en Molukse achtergrond in de klas.

Op straat, in de huizen, in de klas, op zolders – maar ook op de zolder van de HBS – was erfgoed uit Indië en de Molukken in grote getale in Apeldoorn zichtbaar. Op de podia klonk de muziek van Indische en Molukse bands. Dat benadrukte nog eens Indisch & Moluks Apeldoorn.

Ton Bos
Ton Bos (Foto Maarten Spangh)

Aldus rijpte bij hem in 2003 het plan om het Indisch en Moluks erfgoed in woord en beeld vast te leggen. 

In 2004 richtte Ton Bos de werkgroep Indisch Erfgoed
Apeldoorn op. Met als doelstelling de organisatie van een fototentoonstelling en een aantal culturele activiteiten. Deze werkgroep bestond grotendeels uit leden die in Indië waren geboren en na hun repatriatie in Apeldoorn kwamen wonen.

De panelententoonstelling was van 11 oktober tot en met 4 november 2004 over Indisch en Moluks in Apeldoorn met hun erfgoed in woord en beeld in de hal van het Stadhuis van Apeldoorn te zien.

Duizenden Indische Nederlanders en Molukkers verspreid over het land bezochten de tentoonstelling. Ze herkenden daarin hun eigen geschiedenis. Evenals hun eigen verhaal.

Alle panelen zijn bewaard gebleven. Ze worden nog steeds bij bijzondere Indische en Molukse activiteiten geëxposeerd. Leden van de Stichting Indisch Erfgoed geven belangstellenden uitleg. Ze beantwoorden  de vele vragen.

tentoonstelling aan tafel Indisch en Moluks in Apeldoorn

Al tijdens de tentoonstelling kreeg Ton Bos nieuwe informatie van enthousiaste bezoekers die thuis ook nog informatie hadden. Ze wilden dat hem graag schenken.

Jeroen Pol van de Apeldoornse Courant, die in zijn berichtgeving geen onderscheid maakte tussen Indische Nederlanders en Molukkers, concludeerde op 10 maart 2005:

Apeldoorn kan zich na Den Haag gerust de tweede Indische stad van Nederland noemen. Het aantal Apeldoorners met één of meer Indische voorouders ligt rond de 20.000.

Een boek over Indisch & Moluks in Apeldoorn

Maar eigenlijk wilde Ton Bos het niet bij een tentoonstelling laten. Er moest ook een boek verschijnen. Als naslagwerk en met informatie over de geschiedenis van de Indische Nederlanders en de Molukkers, over hun repatriëring en vestiging in Apeldoorn. Alles geïllustreerd met de vele foto’s en documenen die op de tentoonstelling waren te zien. Hij combineerde het samenstellen van zijn boek met zijn werkzaamheden als docent.

Zijn boek verscheen in 2010 met de titel Indië in Apeldoorn. Dat nog sporadisch tweedehands verkrijgbaar is. 

Indië in Apeldoorn
Ton Bos Indië in Apeldoorn (Uitgave in eigen beheer 2010)

Molukse repatrianten naar Nederland

Vanaf 1951 dwong de Nederlandse regering Molukse KNIL-soldaten te kiezen voor Nederland of de Republik Maluku Seletan die door de Zuid-Molukkers in 1951 was uitgeroepen.

Maar omdat de soldaten de Nederlandse regering hadden gediend, werden ze op de Molukken als overlopers beschouwd.

Na hun aankomst in Nederland werden ze verspreid over het land ondergebracht. Vaak in de barakken van voormalige concentratiekampen die kampen of woonoorden werden genoemd.  Zo ook in de woonoorden Vaassen en Teuge, nabij Apeldoorn.

Molukse repatrianten in Teuge

Evenals de Indische Nederlanders in Apeldoorn vonden ook de Molukkers in Teuge al snel aansluiting bij de locale gemeenschap.

De door hen georganiseerde ‘Ambon-Avond‘ eind januari 1952 in het Parochiehuis in Deventer, kreeg de nodige belangstelling. De aanwezigen waren niet alleen onder de indruk van de Molukse liederen en dansen, maar ook van hun verhalen hun heimwee naar de Molukken.

Er woonden 90 Molukse gezinnen en 20 Molukse vrijgezellen in het woonoord Teuge bij Voorst. Ze vonden werk in Deventer en Apeldoorn.

Molukse sportverenigingen maakten het Teugense clubs knap lastig, en wonnen vaak. Molukse bands speelden op de vele festiviteiten.

Op 5 mei 1953 vond een gezamenlijke herdenking en kranslegging door de inwoners van Voorst en de Molukkers uit het woonoord Teuge plaats.

Moluks
Kamp Teuge (Foto Fliegerhorsten in Nederland)

Op de vuist

Op voorstel van de het Commissariaat Ambonezen Zorg had de minister van Maatschappelijk Werk Van Thiel ingestemd met de honorering in Molukse woonoorden voor de dagelijkse verzorging van de bewoners. Dit voorstel veroorzaakte de nodige onrust onder de Molukse gemeenschap los. Met name op 7 juni 1956 in woonoord Teuge.

Daar had een verpleegster van het Commissariaat Ambonezen Zorg haar salaris voor haar werkzaamheden over drie maanden ontvangen. Het bedrag was 78 gulden. De kampraad bracht het geld naar de beheerder van het woonoord, de heer Samson, met de opdracht het bedrag aan het Commissariaat terug te geven. De Molukse gemeenschap had namelijk met een exploot van de deurwaarder minister Van Thiel laten weten dat zij de nieuwe regeling als ongeldig beschouwde. Maar de kampbeheerder weigerde.

’s Middags kwam de kampraad met zo’n dertig bewoners opnieuw naar het kantoor van de beheerder. Het gesprek werd een vechtpartij, waarbij de beheerder met het ijzeren tuinmeubilair werd geslagen. Zijn echtgenote waarschuwde de politie.

Met de komst van de politie escaleerde de situatie in een ware veldslag. Een grote groep Molukkers belaagde de vijf agenten met straatklinkers, stenen, stokken en steenkool. De agenten losten waarschuwingsschoten. Daarbij werd een Molukker in de been geschoten.

De oproep van de Molukkers naar andere Molukse woonoorden om naar Teuge te komen had geen succes.

Na de bemiddeling van de burgemeester Voorst baron van de Feltz keerde ’s avonds de rust terug. Twee gezinnen werden naar een ander kamp gebracht.

De volgende dag besteedde de landelijke pers uitgebreid aandacht aan het tumult in Teuge.

Woonoord Vaassen

In  1958 werd in opdracht van de Rijksgebouwendienst afdeling Ambonezenzorg naar het ontwerp van de Arnhemse architect H. Lammers  in korte tijd in Vaassen nabij Apeldoorn een woonoord gebouwd.

De Telegraaf van 27 juni dat jaar vond het een fraai kamp.

Het modernste en mooist gelegen kamp, dat ooit in ons land voor de Ambonezen werd gebouwd, wordt thans in snel tempo in het Veluwedorp Vaassen voltooid. Het frisse, fleurige complex wordt gevormd door 37 houten woongebouwen, een school met acht lokalen, een kerk met ca. 300 zitplaatsen, een ontspanningslokaal, douche-inrichtingen, washuis, dienstgebouwen en ziekenzaaltjes. Er staat een klein pompgebouw voor reserve-watervoorziening.

De sober ingerichte woningen, maar voorzien van veel glas, boden plaats aan 800 tot 1.000 Molukkers. Drie maanden later woonden 175 gezinnen, zo’n 800 tot 1000 personen, in de 133 woningen over 37 gebouwen verdeeld. Het merendeel van de bewoners was afkomstig uit het woonoord Schattenberg in Drenthe. Ook woonden er 27 gezinnen uit Teuge.

Op het terrein stonden een school met acht lokalen, een kerk met circa 300 zitplaatsen, een ontspanningslokaal, dienstgebouwen, ziekenzaaltjes en een klein pompgebouw voor de reserve-watervoorziening. De woningen waren sober maar wel voorzien van veel glas. De vaderlandse pers was lovend.

moluks-woonoord-berkenoord-vaassen
Woonoord Berkenoord Vaassen (Moluks Historisch Museum)

Op 10 september 1958 bracht koningin Juliana in het gezelschap van de minister voor Maatschappelijk Werk mw.dr. Marga Klompé een bezoek aan het woonoord Vaassen. De beheerder en de kampraad werden aan haar voorgesteld. De voorzitters van de diverse Molukse politieke organisaties informeerden haar over het leven in een Moluks woonoord. De koningin maakte ook kennis met de vertegenwoordigsters van de vier vrouwenorganisaties en afgevaardigden van het commissariaat Ambonezenzorg.

moluks-woonoord-berkenoord-vaassen
Bezoek Koningin Juliana 10 september 1958 (Foto Harry Pot, Nationaal Archief)

Verhuizing naar Apeldoorn?

Later adviseerde minister Klompé om alle Molukkers naar nieuwbouwwijken in steden verspreid over het land te laten verhuizen.

Maar de Molukkers in de woonoorden rond Apeldoorn, met name in Vaassen, verzetten zich tegen de verhuizing tot verbazing van de vaderlandse pers. Het bleek namelijk dat de dienst Ambonezenzorg had ingestemd met de verbouwing van de houten woningen. Inmiddels was op dertien van deze huizen een zolderverdieping gebouwd.

Een Moluks gezin zag af van de aangeboden nieuwbouwwoning met centrale verwarming, twee slaapkamers, moderne keuken, toilet en lavet, een witgekalkt plafond en behang op de muren. Andere Molukse gezinnen kozen wel voor de verhuizing. Maar eigenlijk had de keuze voor wel of geen verhuizing er natuurlijk mee te maken dat veel Molukkers hoopten naar de Molukken terug te kunnen keren.

De Molukse bewoners kregen bijval van het toenmalige Tweede Kamerlid Evert Jan Harmsen (Groep Harmsen) die begin april 1969 minister Klompé vroeg om de gedeeltelijke of gehele verhuizing van  de bewoners van onder andere het woonoord Teuge niet door te laten gaan. Waarom niet? Omdat volgens Harmsen deze Molukkers al achttien jaar in Teuge woonden en de plaatselijke middenstand en de scholen nadeel van hun verhuizing zouden ondervinden.

Molukkers in Apeldoorn, Teuge en Vaassen

Uiteindelijk kozen de Molukkers uit Teuge, Twello en Vaassen toch voor verhuizing.

Ze stalden in hun stenen huizen het weinige erfgoed uit, dat ze uit Indië hadden meegenomen. Bijvoorbeeld hun muziekinstrumenten zoals gitaar en trompet. Hun piring natzar stond op een bijzondere plaats in de woonkamer. In deze offerschaal legden ze het geld voor de zondagse collectes in hun kerk. Ze bedekten de schaal met een doek.

molukse piring-natzar-achtergrondinformatie
Piring natzar (Moluks Historisch Museum)

Na de gewelddadige ontruiming van het Vaassense kamp Berkenoord in oktober 1976 verhuisden veel Molukkers naar Apeldoorn. Ook de Molukkers uit Teuge.

molukse kaartenspelers in een winkeltje
Foto Zeth Matulessy

Later verhuisde een aantal van hen naar de nieuwbouwwijk in Apeldoorn Zuid. Daar waren al in 1962 op de Cort van der Lindenstraat en Van Oldenbarneveltstraat in woningen gebouwd. De Molukse gemeenschap had er haar eigen kerkgebouw.

flats-apeldoorn-zuid
Flats in Apeldoorn Zuid (Foto CODA Apeldoorn)

Indisch & Moluks in Apeldoorn

Met name Apeldoorn-zuid werd in de loop der tijd een afspiegeling van Indisch & Moluks in Apeldoorn.